RUNDVEELOKET

Artikelreeks: Hittestress bij rundvee

Hittestress bij rundvee vermijden op de weide


In onze regio ervaren runderen sneller hittestress dan vaak gedacht. Zeker bij runderen met een hoog metabolisme worden melkproductie en vruchtbaarheid al snel nadelig beïnvloed. Deze artikelreeks leert hittestress bij rundvee voorkomen, herkennen en ermee omgaan. Dit artikel focust op het vermijden van hittestress op de weide.

vleesvee

Figuur 1: Ook vleesvee kan op de weide hittestress ondervinden (foto: Matthieu Frijlink)

Zorg voor schaduw

Uit onderzoek blijkt dat runderen op warme of hete dagen de voorkeur geven aan in de schaduw staan boven in de zon liggen. In de schaduw kan zowel de lichaamstemperatuur met 0,3 °C en de ademhalingsfrequentie tot 30% dalen tegenover in de zon liggen. 

Schaduw op de weide creëer je via kunstmatige of natuurlijke beschutting. In beide gevallen zijn er voor- en nadelen en de keuze is afhankelijk van meerdere factoren. Een kunstmatige constructie is snel realiseerbaar en vergt weinig arbeid, terwijl natuurlijke beschutting ook zorgt voor ecosysteemdiensten zoals biodiversiteit, koolstofopslag, anti-winderosie en productie van hout of vruchten. In beide gevallen kan het de kwaliteit van de grasmat negatief beïnvloeden en hinder veroorzaken bij veldwerkzaamheden. Soms is een vergunning nodig. Dit wordt bepaald in het Besluit van de Vlaamse regering tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is (‘Vrijstellingenbesluit’ – zie kader). Vooraleer de constructie te plaatsen kan u best eerst informeren bij de gemeente. 

Het oprichten van een schuilhok

Permanente constructies:
Een schuilhok is een eenvoudige constructie, waarin een of meer weidedieren tijdelijk kunnen verblijven. Schuilhokken zijn geenszins uitgerust zoals stallen, die bestemd zijn om dieren permanent te huisvesten. Een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen is niet nodig voor het oprichten van een schuilhok, voor zover deze niet ligt in ruimtelijk kwetsbaar gebied, met uitzondering van parkgebied. Het schuilhok heeft houten wanden, een maximale hoogte van drie meter en minstens één volledig open zijde. De totale oppervlakte is beperkt tot veertig vierkante meter per aaneengesloten groep van percelen in één eigendom.

Tijdelijke constructies:
Bij het tijdelijk plaatsen van een constructie of een mobiele constructie gelden volgende voorwaarden: 

  • de constructie mag maximaal 4 periodes van dertig aaneengesloten dagen per kalenderjaar op het zelfde goed aanwezig zijn;
  • de plaatsing gebeurt niet in een ruimtelijk kwetsbaar gebied met uitzondering van parkgebied;
  • de constructie brengt de verwezenlijking van de algemene bestemming van het gebied niet in het gedrang;
  • de plaatsing gaat niet gepaard met een ontbossing, een wijziging van vegetatie of kleine landschapselementen, een aanmerkelijke reliëfwijziging of een wijziging van waterlichamen. 

Op advies van de Vlaamse raad voor dierenwelzijn is er een wetgeving in opmaak met betrekking tot beschutting van dieren op weides.

Pas het weidemanagement aan

Kunstmatige constructies kunnen (semi)permanent of niet-permanent/mobiel zijn. Niet-permanente en mobiele constructies hebben als voordeel dat ze verplaatsbaar zijn van weide naar weide en mee kunnen verhuizen met de dieren. Dit vraagt echter wel extra arbeid, hoewel dit beperkt is bij mobiele systemen op wielen en bij sledesystemen. In veel gevallen zijn deze systeem duurder maar doorgaans heb je er minder van nodig. Om de kosten te drukken kan je ook zelf aan de slag gaan. Belangrijk is dat de juiste materialen worden gekozen. Bijvoorbeeld, metalen platen als dakbedekking zijn minder geschikt dan schaduwdoeken omdat ze warmte van de instralende zon capteren en terug afgeven aan de dieren die eronder staan. 

Je kan opteren voor overdag opstallen en ’s avonds en ’s nachts beweiden of de dieren zelf de keuze laten tussen een verblijf op de weide of de stal. Indien de ligging van de graslandpercelen dit niet toelaat, kan bij twee naast elkaar gelegen percelen ervoor gekozen worden om de dieren overdag op de weide met schaduw en ’s nachts op de weide zonder schaduw te laten grazen. Het kan in dit geval volstaan om op één van twee weiden beschutting te voorzien. 

Binnen een koppel kunnen dieren verschillend reageren op hittestress. Je zou meer hittebestendige dieren op de weide kunnen laten, terwijl minder hittebestendige dieren op stal verblijven. Op deze manier worden niet alle dieren blootgesteld aan hittestress en worden de risico’s bij de meest gevoelige dieren zoveel mogelijk beperkt. Dit systeem vraagt wel veel inspanningen van de veehouder die de arbeid en de aandacht over meerdere groepen moet spreiden. Anderzijds kan hij gemakkelijker zijn aandacht op de risicodieren focussen. 

Aandachtspunten bij natuurlijke beschutting
 

jonge boom

Figuur 2: Jonge bomen op de weide moeten beschermd worden (foto: CC Wervel.be 2017)

Vooraleer te starten met de aanplant doorloop je best het 3-stappenplan: groeiplaats-, doelstellings- en haalbaarheidsanalyse. Bij de groeiplaatsanalyse ga je na waar je de bomen op de weide kan en mag planten. De bodemtextuur, de zuurtegraad en de vochthuishouding spelen een belangrijke rol bij de keuze van de boomsoorten. Hou ook rekening met toekomstige veldwerkzaamheden. Je moet het perceel nog vlot kunnen maaien. Vergeet zeker niet om na te gaan of de wetgever het toelaat om bomen te planten op dit perceel. Op beschermde graslanden kan dit niet toegelaten zijn of is een vergunning nodig, maar ook moeten afstandsregels ten opzichte van naastgelegen percelen gerespecteerd worden. Bij de doelstellingsanalyse bepaal je de functie(s) die je aan de bomen wil geven. Deze kunnen zeer divers zijn zoals schaduw en een windscherm creëren, als voederboom fungeren, natuurlijk gedrag stimuleren, hout, vruchten of biomassa produceren, koolstof opslaan, de waterhuishouding verbeteren en/of het landschap verfraaien. De gekozen functies zijn meebepalend voor de boomsoortenkeuze. Als bomen dienen voor beschutting, kan je beter snelgroeiende bomen kiezen. De kroonbreedte en –dichtheid van de bomen en de uitloopdatum van de bladeren spelen ook een rol bij het creëren van schaduw. Soorten als wilg, zwarte els, haagbeuk, tamme kastanje en eik zijn mogelijke opties. In een laatste stap voer je een haalbaarheidsanalyse uit. Hierbij ga je na hoeveel tijd je zal moeten besteden aan de snoei en/of oogst, wat de beschikbaarheid en kostprijs is van de specifieke variëteiten, welke boomsoorten ziektegevoelig zijn, enz. 

Voor de aanplant van een boslandbouwsysteem (agroforestry) voorziet de Vlaamse overheid een éénmalige subsidie. Maximaal 80% van de aanplantkosten worden momenteel gesubsidieerd. Belangrijke voorwaarden zijn minimum 30 bomen en maximum 200 bomen per ha homogeen verspreid over het perceel van minimum 0,5 ha (Let op! bij meer dan 100 bomen per ha kunnen er geen betalingsrechten meer op het perceel geactiveerd worden, m.u.v. fruitbomen die een regelmatige oogst opleveren.), de bomen moeten minstens 10 jaar behouden blijven en afgestorven bomen moeten binnen 2 jaar vervangen worden. 

wilgen

Figuur 3: Wilgen zijn geschikte schaduw- en voederbomen (foto: Departement Landbouw & Visserij)

Voor wie door de bomen het bos niet meer ziet, is er heel wat nuttige informatie beschikbaar op www.agroforestryvlaanderen.be. Op deze website vind je onder andere de tool ‘agroforestryplanner’, een eerste hulp bij het opmaken van een plan. Andere tools zijn geopunt.be en bobo-tool om respectievelijk het bodemtype van uw perceel en geschikte boomsoorten voor dit bodemtype te raadplegen. 

schaduw

Figuur 4: Een goed georiënteerde bomenrij levert veel schaduw voor het vee (foto: Departement Landbouw & Visserij)

Artikelreeks gebaseerd op de webinarreeks ‘Hittestress bij melkvee herkennen en voorkomen’ (Zoetis en Koesensor) en ‘Hittestress bij vleesvee: Deel 1 en Deel 2' (Departement Landbouw en Visserij, Praktijkcentrum Rundvee en Rundveeloket). Presentaties door Pieter Passchyn (Milk@Vice), Evi Canniere (Inagro), Kristof Naessens (Distrifarm), Jo Leroy (Universiteit Antwerpen), Tom Van den Bogaert (Dept LV) en Jolien Bracke (ILVO).

Auteurs: Katleen Geerinckx (Hooibeekhoeve), Tom Van den Bogaert (Dept LV), Laurence Hubrecht (Dept LV), Matthieu Frijlink (Rundveeloket)

Artikelreeks hittestress bij rundvee:

Artikelreeks: Eerste Hulp bij Hittestress Koe

Meer info over hittestress bij rundvee: