RUNDVEELOKET

Vraag

Ik wil graag meer eiwit zelf telen om zo minder afhankelijk te zijn van de aankoop van soja en de ecologische voetafdruk van mijn melk te verlagen. Ik overweeg veldbonen op te nemen in mijn teeltplan, maar heb hier geen ervaring mee. Waar dien ik op te letten bij deze teelt?

Antwoord

De teelt van veldbonen zit inderdaad in de lift. Heel wat rundveehouders gaan op zoek naar diversificatie in hun teeltplan en proberen het potentieel van vlinderbloemigen, zoals veldbonen, optimaal te benutten. Afhankelijk van de omstandigheden dien je af te wegen om winter- of zomerveldbonen te zaaien of om te kiezen voor een mengteelt met een graangewas (triticale, wintertarwe, spelt, zomertarwe of haver). Onder een gangbaar teeltsysteem (met bestrijdingsmiddelen) valt een mengteelt op vlak van onkruidbestrijding vaak moeilijker uit dan de reinteelt van veldbonen of granen. In de biologische teelt is de onkruiddruk evenwel vaak lager doordat een mengteelt de bodem sneller bedekt. Ook heeft het gewas doorgaans minder last van legering en schade door kraaien. Een mengteelt benut de beschikbare nutriënten beter en levert een hogere en stabielere opbrengst. Tot slot kunnen veldbonen, al dan niet in mengteelt, zowel deegrijp of als droog graan geoogst worden.

De teelt

Veldbonen teel je best op zwaardere gronden (zandleem, klei). Lichtere grond kan ook, maar resulteert in een lagere opbrengst. Kies zeker voor percelen met een pH boven 5,5. Vermijd droogtegevoelige percelen, natte of slecht gedraineerde percelen, erg rijke bodems en structuurschade. Een vruchtwisseling van 1 op 6 voorkomt ook problemen met bodempathogenen.

Zaaien gebeurt best tussen half oktober en half november voor winterveldbonen (20 – 25 zaden/m², 7 cm diepte) en tussen half februari en eind maart voor zomerveldbonen (40 – 50 zaden/m², 4 – 5 cm diepte). Dit is hetzelfde voor de mengteelten (20 – 40 zaden/m² veldboon en 175 zaden/m² graan). Een rijenafstand zoals wintergraan (12 – 15 cm) is zeker werkbaar, al levert een ruimere zaai wel stevigere planten.

Aangezien veldbonen vlinderbloemigen zijn, is een stikstofbemesting in de reinteelt niet nodig. Fosfaat en potas worden best toegediend in functie van de verwachte export door het gewas. Een mengteelt met granen krijgt best wel wat stikstofbemesting: 30 – 40 kg N bij uitstoelen en 30 – 40 kg N bij oprichten van het gewas.

Veldbonen
Figuur 1. Mengteelt

Meer info:

Ziekten en plagen

Veldbonen kunnen geplaagd worden door verschillende ziekten: botrytis (Botrytis fabae) en in mindere mate sclerotiënrot (Sclerotinia sclerotiorum). Hiervoor is een preventieve fungicidebehandeling tijdens de bloei opportuun. In geval van een teeltrotatie met grote ziektedruk (koolzaad, erwt,…) zijn twee behandelingen met 10 dagen tussenperiode aangewezen. In triticale zijn vooral bladziekten te vrezen zoals gele roest, witziekte en bladvlekkenziekte. Via een gerichte rassenkeuze kan men hier de schade beperken.

Schade door vogels (voornamelijk kraaien en kauwen) kan in veldbonen zeker voorkomen. Voldoende diep zaaien en waakzaam zijn bij opkomst is zeker aangewezen. Schade door duiven zou in het najaar kleiner zijn dan in het voorjaar. Verder kunnen veldbonen ook aangetast worden door de bladrandkever, de bonenkever, de zwarte bonenluis. Tijdige bestrijding is hierbij aangewezen. Specifiek voor bladluizen is het belangrijk ook de evolutie van natuurlijke bestrijders (o.a. lieveheersbeestjes) op te volgen. Gebruik van insecticide is immers niet altijd noodzakelijk vanaf de eerste bladluis opgemerkt wordt. 

Oogst en opbrengst

Veldbonen worden deegrijp geoogst bij 25 – 40 % vocht en ingekuild als GPS (gehele plant silage). Als droog graan wordt geoogst bij 15 % vocht eind juli – begin september (winterveldbonen) of half augustus – begin september (zomerveldbonen). Reken voor de reinteelt op een opbrengst van ca. 4,5 ton/ha en voor de mengteelt op ca. 6,5 ton/ha. De opbrengst kan evenwel sterk fluctueren afhankelijk van weer- en teeltomstandigheden.

Toasten veldbonen
Figuur 2. Toasten verhoogt de bestendigheid van eiwit en zetmeel

Veldbonen bevatten vrij veel eiwit (25 – 35 % RE) en ook veel zetmeel (30 – 40 %). Zowel het eiwit als het zetmeel is evenwel sterk afbreekbaar in de pens (75 – 80 %). Een hittebehandeling (toasten) kan de bestendigheid van eiwit en zetmeel echter verhogen. Correct toasten is wel belangrijk om hierin een goed resultaat te behalen.

In het rantsoen kunnen veldbonen ingezet worden om soja én maïsmeel te vervangen. Eén kg veldbonen vervangt zo een halve kg soja 44 en een halve kg maïsmeel. Afhankelijk van de marktprijzen voor de verschillende voedermiddelen kan dat meer of minder interessant zijn. Zeker voor biologische rundveehouders wordt de vervanging met veldbonen al snel rendabel.

Tabel 1. Voederwaarden

/kg DS

VEM

DVE

OEB

RE

BRE

ZET

BZET

Veldbonen (ingekuild)

709

47

52

164

36%

146

17%

Veldbonen (droog, niet getoast)

1151

129

126

305

25%

369

33%

Veldbonen (getoast)

1150

163

95

305

37%

384

41%

Triticale

1237

100

-16

135

21%

597

10%

Triticale (getoast)

1237

47

-50

139

63%

600

30%

Sojaschilfers

1208

239

163

439

41%

63

0%

Maïsmeel

1108

95

-55

89

57%

463

22%

Veldbonen (ingekuild): CVB tabel 2021 : 5001.602/0/0
Veldbonen en Veldbonen (getoast zen niet getoast): ILVO analyse proefproject
Triticale en Triticale (getoast): ILVO analyse proefproject
Sojaschilfers: CVB tabel 2021: 3012.401/0/0
Maïsmeel: CVB tabel 2021: 1002/105/0/0

Meer info:

Premie vlinderbloemigen

In het huidige Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB, PDPOIII) wordt een subsidie voorzien voor het telen van vlinderbloemigen. Voor het telen van veldbonen bedraagt deze subsidie 600 €/ha. Voorwaarde om  deze subsidie te ontvangen is onder andere het inzaaien met minstens 20 korrels/m² voor winterveldbonen en 40 korrels/m² voor zomerveldbonen (meer info).

 

Video: Tournée Provinciale 2022 - provincie Antwerpen - Veldbonen als alternatief voor overzeese soja

Gerelateerd

Nog vragen?

 

Versie:
1
Onderwerp:
Veldbonen telen om te voederen
Datum:
31-07-2023