Mengteel kuilmais-klimboon:
Kansen voor een duurzame ruwvoederproductie
Auteurs: ILVO, HOGent, UGent, Hooibeekhoeve
De klimaatverandering vergroot de kans op misoogsten. Nieuwe, robuustere gewassen of variëteiten kunnen dit risico echter verlagen en vaak zowel een hoge opbrengst als goede voederwaarde garanderen. Zo kan de mengteelt kuilmais-klimboon meer eiwit opleveren met een betere stikstof efficiëntie. Het project Farmers’ Benefits onderzocht de voor- en nadelen van deze mengteelt.
Het project Farmers’ Benefits streeft naar het doorbreken van de monocultuur en de nauwe teeltrotatie van kuilmais en gras door gewasdiversificatie. Door gewassen te diversifiëren kan de rundveehouder de risico’s van de ruwvoerteelt spreiden. De mengteelt kuilmais-klimboon kan hierbij als veelbelovend alternatief gezien worden. Het ILVO, HoGent en Hooibeekhoeve onderzochten deze mengteelt in teeltseizoenen 2022-2024 in het VLAIO project Farmers’Benefits dat gesteund wordt door de Vlaamse Overheid.
De teelt
Kuilmais-klimbonen inzaaien kan vanaf 10 mei, om het risico op vorstschade te beperken. De zaden worden op voorhand gemengd volgens een bepaalde verhouding en ingezaaid met een klassieke maiszaaimachine. Na opkomst gebruiken de klimbonen de maisplanten als staken om rond te slingeren en omhoog te groeien. Klimbonen zijn vlinderbloemigen, dus ze fixeren stikstof uit de lucht. Voor stikstofopname uit de bodem treden ze dus niet in competitie met de maisplanten. Met een goede rassenkeuze rijpen mais en bonen gelijktijdig af. In deegrijp stadium worden de planten gehakseld en ingekuild bij een droge stofgehalte van ca. 35%. De teelt verloopt dus heel gelijkaardig aan de reinteelt mais.
Weinig gewasbeschermingsmiddelen zijn toegelaten voor zowel mais als klimboon. Chemische onkruidbestrijding is enkel mogelijk met bodemherbiciden in voor-opkomst en correctie met contactmiddelen na opkomst is niet mogelijk. Een uitzondering geldt voor Focus Plus (cycloxydim), bij resistente maisrassen. Dit grassenmiddel is in zowel mais als bonen erkend en kan in na-opkomst ingezet worden tegen hanepoot en gierstgrassen.
Resultaten: Inzaai
In het eerste jaar (2022) werden verschillende rassen mais en klimbonen uitgetest. In 2023 en 2024 gingen we verder met de specifiek veredelde rassen van veredelingsbedrijf Van Waveren en de voorgemengde combinatie MultiMaya van Agrifirm-Quartes. In de juiste zaaiverhoudingen en -densiteit leverden beide een goede opbrengst en voederwaarde.
Het eerste jaar zaaiden we uit aan 100.000 zaden/hectare voor de mengteelt, gelijkaardig aan de reinteelt mais, waarvan 70 % mais- en 30% bonenzaad. In de droge omstandigheden van dat jaar presteerden de bonen ondermaats. Daarom verhoogden we in 2023 en 2024 de totale zaaidensiteit tot 130.000 zaden/hectare, waarvan 30.000 of 50.000 bonenzaden/hectare. Voor mais presteerde een laat afrijpend ras (vanaf FAO 240) het best. De bonenzaden toevoegen bovenop de gebruikelijke zaaidensiteit van mais, verlaagt het risico op lagere opbrengst bij droogte aanzienlijk. Als bij droogte de opbrengst van de bonen wegvalt, blijven de maisplanten zo nog in een normale dichtheid aanwezig. Bovendien dragen de bijgezaaide bonen substantieel bij aan de eiwitinhoud van de uiteindelijke oogst.
Resultaten: Gewasbescherming
Proefhoeve Bottelare HoGent-UGent onderzocht over twee jaren het effect van chemische en/of mechanische onkruidbestrijding. Een zuiver chemische behandeling, inclusief correctie tegen de grassen in na-opkomst met Focus Plus, bleek de meest doeltreffende techniek bij Focus Plus-resistente mais. Bij andere maisrassen bleek mechanische onkruidbestrijding of een combinatie van chemische en mechanische onkruidbestrijding het meest doeltreffend (Tabel 1). Ook afschrikking van vogels en bestrijding van ritnaalden is belangrijk, zeker bij zaden die niet ontsmet zijn.
Tabel 1. Overzicht uitgeteste combinaties gewasbescherming

Resultaten: Opbrengst en voederwaarde
De totale drogestofopbrengst van de referentie reinteelt mais in de jaren 2023-2024 was gemiddeld 21 ton/ha. De mengteelt met 30.000 bonenzaden/ha leverde gemiddeld 20 ton/ha op. Bij 50.000 bonenzaden/ha was de opbrengst gemiddeld 18,5 ton/ha. Ondanks de gemiddeld lagere drogestofopbrengst, leverde de mengteelt toch een hogere RE-opbrengst op: een stijging van 170 kg/ha bij 30.000 bonenzaden/ha en 200 kg/ha bij 50.000 bonenzaden/ha ten opzichte van de referentieteelt maïs.
De opbrengst werd ook beïnvloed door de bemesting. In 2023 resulteerde bemesting van de reinteelt mais met 130 kg N/ha in 30% meer DS-opbrengst en 0,4 % meer RE dan bemesting met 70 kg N/ha. In de mengteelt was het effect van hetzelfde bemestingsverschil kleiner, met een stijging van de DS-opbrengst met respectievelijk 19% en 16% bij 30.000 en 50.000 bonenzaden/ha en geen effect op het RE-gehalte. In 2024 lag de proef aan op een perceel gescheurd grasland, met dus grote stikstofnalevering. De bemestingseffecten waren daardoor minder duidelijk. De proeven toonden dus aan dat de mengteelt mais-klimboon zeer efficiënt met stikstof omspringt bij lagere bemesting.
Klimbonen bevatten veel eiwit en kunnen via de mengteelt de aanbreng van eiwit via ruwvoeder verhogen. Een hogere aanbreng van darmverteerbaar eiwit (DVE) verlaagt zo de nood aan eiwitcorrectie met soja. In 2023 en 2024 had het maisras dat als referentie werd gebruikt gemiddeld een ruwe eiwitconcentratie (RE) van 6,6%. Door toevoegen van 30.000 bonenzaden/ha aan de referentiezaaidichtheid van mais (100.000 zaden/ha) steeg het RE naar 8%. Bij dezelfde totale zaaidichtheid van 130.000 zaden/ha, maar met 50.000 bonenzaden/ha, steeg het gemiddelde RE naar 8,4%. De ingekuilde mengteelt bevatte steeds wel een lager zetmeelgehalte. De verteerbaarheid van de organische stof bleek gelijkaardig aan de reinteelt mais. Op basis van deze resultaten gaat onze aanbeveling uit naar een dichtheid van 100.000 maiszaden + 30.000 bonenzaden per hectare.

Figuur 1. Gemiddelde drogestofopbrengst (DS opbrengst) en voederwaardes van de mengteelt mais-klimboon en reinteelt mais over alle veldproeven in de jaren 2023-2024, bij verschillende zaaidichtheden:
M10 - 100.000 maiszaden/ha
M10B3 - 100.000 maiszaden/ha + 30.000 bonenzaden/ha
M8B5 – 80.000 maiszaden/ha + 50.000 bonenzaden/ha
Conclusie
Het project Farmers' Benefits onderzocht de mogelijkheden van mengteelt kuilmais-klimboon voor een duurzame en eiwitrijke ruwvoederproductie. De beperkte opties voor chemische onkruidbestrijding vormen een uitdaging, maar de mengteelt biedt belangrijke voordelen zoals een hogere eiwitopbrengst en efficiënter stikstofgebruik. De resultaten tonen aan dat de mengteelt een veelbelovende alternatief is voor traditionele monoculturen, met potentieel om de afhankelijkheid van aangekocht eiwitrijk voer, zoals soja, te verminderen.