RUNDVEELOKET

Kostprijsstijging in de vleesveehouderij is niet meer bij te houden!


Dirk Audenaert (consulent rundvee, Boerenbond)

Het vleesveecongres vond dit jaar plaats op 8 juni in Kruibeke en op 1 juli in Glabbeek. Met het vleesveecongres willen het Departement Landbouw en Visserij, CRV, ILVO, MSD, DGZ, KBC, Inagro en Boerenbond, de meest recente ontwikkelingen in de vleesveehouderij onder de aandacht brengen. Thema’s zoals rendabiliteit, kalveropfok, waterkwaliteit en voerefficiëntie kwamen er uitgebreid aan bod. De komende weken en maanden verschijnt over elk thema een artikel in de vakpers. In dit vijfde artikel gaan we dieper in op de resultaten van gespecialiseerde zoogkoebedrijven op basis van de FOCUS  boekhoudingen Boerenbond.

De coronacrisis vormde in de vleesveehouderij een keerpunt met een betere prijsvorming halverwege 2020 . Door een hoger thuisverbruik en een lager aanbod trokken de prijzen van stieren en koeien  aan en zorgden voor een beter inkomen. Momenteel worden de betere prijzen echter volledig opgeslorpt door de enorme prijsstijging van de grondstoffen.

 

Kalf BWB

Foto 1. Ook de prijs van kalveren trokken recent aan (foto: Boerenbond)

Voederkosten bepalend voor de totale kostprijs

Voederkosten vormen op de gesloten zoogkoebedrijven twee derden van de totale kost. Deze bedrijven hebben de voorbije jaren systematisch een beter inkomen kunnen voorleggen ten opzichte van de bedrijven die de stierkalveren verkochten en de koeien niet afmesten. Maar ook op deze bedrijven lopen de voederfacturen op tot ongekende hoogtes.

In tabel 1 wordt voor gespecialiseerde zoogkoebedrijven het krachtvoerverbruik per zoogkoe en prijsevolutie van het krachtvoer weergegeven. In de FOCUS boekhouding gaat dit over bedrijven met een Witblauwe veestapel met 100 zoogkoeien die vrij intensief werken op het bedrijf. De prijzen voor krachtvoer stegen in 2021 al duidelijk ten opzichte van 2020. In het voorjaar van 2022 stegen de prijzen echter nog een stuk verder met bijna 150 € per ton. Ook melkpoeder was in mei 2022 50 % duurder en kostte meer dan 3 €/ton. De genoteerde krachtvoerprijzen van mei 2022 zijn richtinggevend en kunnen verschillen per bedrijf in functie van het ruw eiwitgehalte en in functie van de quantumkorting.

Heel wat bedrijven voederen krachtvoerachtigen (perspulp, draf, aardappelproducten) om het rantsoen smakelijker en goedkoper te maken. Ook deze voedermiddelen zijn momenteel een stuk duurder. Ook perspulp zal dit najaar een stuk duurder zijn en de rantsoenkost verder opdrijven. 

Tabel 1. Krachtvoerverbruik per zoogkoe en prijsevolutie (basis: FOCUS boekhoudingen - 2020 en 2021)

Krachtvoer

Verbruik per zoogkoe ( kg)

Prijs 2020

(€/ton)

Prijs2021

(€/ton)

Prijs mei 2022

(€/ton)

Kg Krachtvoer (groei)

1.020

342

357

500

Kg Krachtvoer (afmest)

1.140

324

385

510

Kg Melkpoeder

65

1.972

2.110

3.200

Kg Krachtvoerachtigen (88%DS)

805

154

160

200

 

 

 

 

 

 

 

Totale krachtvoerkost per zoogkoe ( in €)

3030 kg

970

1068

1460

Meerkost t.o.v. 2020 ( in €)

 

 

+98

+490

 

Zoogkoeien BWB

Foto 2. In 2022 werden zoogkoeien duurder dan stieren (foto: Matthieu Frijlink)

Hogere verkoopprijzen stieren en koeien 

In tabel 2 zien we de gemiddelde verkoopprijzen van stieren en koeien. De gemiddelde verkoopprijzen liggen in 2021 een stuk hoger dan in 2020. De gemiddelde verkoopprijs voor stieren lag voor het hele jaar en voor alle dieren rond de 5.50 €/kg geslacht gewicht. Koeien haalden in 2021 nog een iets lagere prijs dan de stieren (5,40 €/kg geslacht), maar in 2022 werden koeien net duurder dan stieren! 

Tabel 2 . Verkoopcijfers op gespecialiseerde zoogveebedrijven (basis: Focus 2020 en 2021)

Verkoopprijs (in €/kg geslacht)

2020

2021

  mei 2022

 

 

 

 

-stieren

5.14

5.50

5.90

-koeien

4.83

5.40

6.10

 

 

 

 

Opbrengst per zoogkoe uit verkoop stieren en koeien (in €)

2.598

2.847

3.143

Meeropbrengst per zoogkoe t.o.v. 2020

 

+248

+544

Jaargroei per zoogkoe

772

788

780

Voerkosten zijn gecompenseerd, maar…

In 2021 stegen de opbrengsten per zoogkoe (+ 248 €) sterker dan de krachtvoerkosten (+ 98 €) ten opzichte van 2020. Het voersaldo (*) lag zo dus 150 € per zoogkoe hoger. Uit verdere analyse van de boekhoudingen blijkt echter dat de overige kosten (loonwerk, gezondheid, stro,…) ook al een stuk gestegen waren. Het totaal arbeidsinkomen per zoogkoe lag in 2021 uiteindelijk dus niet zo veel hoger als in 2020. 

Eind mei 2022 zagen we dat door een betere opbrengst per zoogkoe (+ 544 €) en de stijging van de krachtvoerkosten (+ 490 €), het voersaldo 50 € hoger ligt dan in 2020. Toch ligt het voersaldo hiermee al 100 € lager dan in 2021. De hogere inkomsten gaan dus al in grote mate op aan de gestegen kosten!

(*) voersaldo = vleesopbrengsten - krachtvoerkosten- variabele ruwvoerkosten

Duidelijk besluit ! Zo kan het niet verder.

Terwijl de hogere voederkosten nog gecompenseerd worden door de hogere opbrengsten, is dit voor de hogere kosten voor kunstmest, mazout en elektriciteit niet meer het geval. Volgens eigen berekeningen stijgen deze kosten met 170 € per zoogkoe (cijfers voorjaar 2022). De totale kosten per zoogkoe stijgen hiermee tot 660 € op jaarbasis ten opzichte van 2020. Voor een bedrijf met 100 zoogkoeien betekent dit dus een kostenstijging van 66.000 €! Om het saldo gelijk te houden zou daar een prijsstijging van 1,25 € per kg geslacht moeten tegenover staan. We constateren dus een daling van het inkomen onder het niveau van 2020 en 2021.  Wie vandaag zegt dat de vleesveeprijzen hoog zijn, houdt alvast geen rekening met de kostprijsstijging.

Artikels in deze reeks: