RUNDVEELOKET

Vraag

De warme droge zomers vormen al enkel jaren een uitdaging voor de bewaring en het vervoederen van kuilmaïs. Wat kan ik doen om het risico hierop te reduceren?

Antwoord

Droogte zet de maïsplant onder stress. Tijdens de bloei leidt dit tot een slechte korrelzetting. Na de bloei veroorzaakt het een slechte korrelvulling. Hierdoor valt het kolfaandeel lager uit en zo ook het droge-stofgehalte van de totale plant als je te vroeg oogst. Een te natte kuil (< 30% DS) kan sapverlies geven, alsook een afwijkende fermentatie en zelfs broei. Vaak wordt onder warme droge omstandigheden evenwel te droog ingekuild waardoor een moeilijk aandrukbare kuil bekomen wordt met meer kans op de ontwikkeling van broei. Een juiste inschatting van het droge stofgehalte van de totale plant is dus uitermate belangrijk.

Basisregels bij inkuilen om broei te vermijden

Broei in de kuil vermijden begint bij correct inkuilen. Hanteer deze regels voor een optimaal resultaat:

  1. Ga regelmatig op het veld het gewas opvolgen om de afrijping te monitoren. Hou rekening met het afrijpingstype (harmonieus afrijpend, stay-green of dry-down) en bekijk zowel de kolf als de restplant.
  2. Verwittig de loonwerker tijdig.
  3. Haksel niet te grof (6-10 mm) stel de korrelkneuzer goed af.
  4. Kuil in op een verharde, schone ondergrond en druk de kuil voldoende aan.
  5. Stel aantal, lengte en dimensies van de kuilen af op een voldoende hoge uitkuilsnelheid
  6. Dicht de kuil zo snel mogelijk af.
  7. Laat minstens 6 weken fermenteren

Basisregels bij uitkuilen om broei te vermijden

Zuurstof kan via het snijvlak de kuil binnendringen. Gisten en azijnzuurbacteriën kunnen hierdoor ontwikkelen en organische zuren afbreken waardoor de pH stijgt. Andere aerobe micro-organismen krijgen hierdoor vrij spel om andere nutriënten in de kuil te verbruiken. De voederwaarde van de kuil daalt snel (8,5 % DS verlies per week bij stijging met 5° C) en het risico op mycotoxines neemt toe. Goed aandrukken en de kuil glad afsnijden reduceert het risico.
Laat de kuil voldoende lang fermenteren (minstens 6 weken) en controleer de afdekking reglematig om beschadigingen snel te herstellen. Eens de kuil geopend is hou je best rekening met deze basisregels om broei te vermijden:

  1. Verwijder zichtbaar beschimmeld kuilvoer vóór het uitkuilen en voer dit materiaal ver genoeg af.
  2. Trek bij het uitkuilen zo weinig mogelijk kuilvoer los uit het snijvlak.
  3. Hou een voldoende hoge uitkuilsnelheid aan: in de zomer idealiter 2 m per week.

Broeiremmers

Broeiremmende kuiladditieven kunnen het risico op broei verminderen als de omstandigheden niet ideaal zijn. Ze bevatten heterofermentatieve melkzuurbacteriën die ook azijnzuur produceren, waardoor het kuilvoer tijdens de uitkuilfase minder snel begint te broeien. Deze additieven worden toegepast bij het inkuilen en over al het ingekuilde voeder als er later broei verwacht wordt, doordat de maïs te droog is of de uitkuilsnelheid te laag. Het zijn echter geen wondermiddelen, dus probeer steeds maximaal de basisregels te respecteren! In geval van broei of schimmelgroei in de kuil kan een snijvlakbehandeling met organische zuren (broeiremmers) ook soelaas bieden.

Meer info: Hittestress ook bij maïskuilen? Leer hoe je broei voorkomt en nog veel meer (LCV, 2023)


Gerelateerd


Nog vragen?

Bronnen

 

 

Versie:
1
Onderwerp:
Broei in kuilvoeder tegengaan
Datum:
20-06-2023