RUNDVEELOKET

Geldig voor het jaar 2023

Convenant Enterische Emissies Rundvee

Maatregel 11: Nitraat - Geëxtrudeerd lijnzaad


Maatregel 11: Nitraat - Geëxtrudeerd lijnzaad (pdf)

Combinatie van nitraat en geëxtrudeerd lijnzaad voor melkvee

De verstrekking van nitraat en geëxtrudeerd/geëxpandeerd lijnzaad via het krachtvoeder reduceert de methaanvorming bij lacterend melkvee. Het methaanreducerend effect van nitraat is direct gecorreleerd aan de nitraatdosering. Het nitraat wordt gedurende 355 opeenvolgende dagen toegediend vanaf de eerste dag na kalving waarbij er gedurende de eerste 200 opeenvolgende dagen ook geëxtrudeerd/geëxpandeerd lijnzaad wordt toegevoegd aan het rantsoen.

Pijl

Diercategorie: Lacterend melkvee.
Reductiepercentage: - 18,1% per dag dat het dier de combinatie toegediend krijgt en -10% per dag dat het dier enkel nitraat toegediend krijgt.
Verplichte randvoorwaarden:

Het totaal rantsoen tijdens de eerste 200 dagen moet bestaan uit (op droge stof basis): 

  • Minimum 40% maiskuil
  • Maximaal 30% graskuil
  • Geëxtrudeerd/geëxpandeerd lijnzaad met aanlevering van 400 gr vet per dag per lacterende koe op droge stof basis, waarbij 200 - 250 gr alfa-linoleenzuur
  • Toevoeging van 1% nitraat op het totale rantsoen uitgedrukt in droge stof. Het totale eiwitgehalte van het rantsoen mag niet verhogen door toevoeging van de nitraatbron om verhoogde N-emissies te vermijden. M.a.w. een deel van het voedereiwit in het rantsoen wordt vervangen door de nitraatbron

Het totaal rantsoen tijdens de volgende 155 dagen moet bestaan uit (op droge basis):

  • Toevoeging van 1% nitraat op het totale rantsoen uitgedrukt in droge stof. Het totale eiwitgehalte van het rantsoen mag niet verhogen door toevoeging van de nitraatbron om verhoogde N-emissies te vermijden. M.a.w. een deel van het voedereiwit in het rantsoen wordt vervangen door de nitraatbron

Economische voordelen: Hogere kostprijs van het krachtvoeder, deels gecompenseerd door vervanging van andere duurdere voedereiwitten en/of van andere grondstoffen.
Ecoregeling via verzamelaanvraag: 12 eurocent/dier/dag  bij toepassing van de combinatie en 4 eurocent/dier/dag bij toepassing van enkel nitraat.
Neveneffecten: Er wordt aangeraden om de dosis nitraat te beperken tot 1 % op droge stof basis van het totale rantsoen. Bij hogere dosissen ontstaat het risico op nitrietvorming. Ook wordt aangeraden om het geëxtrudeerd lijnzaad enkel toe te passen gedurende de eerste 200 dagen van lactatie of de hoeveelheid verminderen verderop in lactatie om de hoeveelheid energie en het risico op vervetting te beperken.

 
Reductiepercentage

Bij toepassing van deze maatregel wordt een methaanreductie van 18,1% per dag dat het dier de combinatie toegediend krijgt en 10% per dag dat het dier enkel nitraat toegediend krijgt in rekening gebracht voor het aantal lacterende melkkoeien op het bedrijf.

Randvoorwaarden

Het totaal rantsoen tijdens de eerste 200 dagen bestaat uit (op droge stof basis):

  • Minimum 40% maiskuil
  • Maximaal 30% graskuil
  • Geëxtrudeerd/geëxpandeerd lijnzaad met aanlevering van 400 gr vet per dag per lacterende koe op droge stof basis, waarbij 200 - 250 gr alfa-linoleenzuur.
  • 1% nitraat op het totale rantsoen uitdrukt in droge stof. Nitraat wordt op de juiste manier verrekend in de rantsoenberekening waarbij een deel van het rantsoeneiwit wordt vervangen door het nitraat. Het totale eiwitgehalte van het rantsoen mag niet verhogen door toevoeging van de nitraatbron om verhoogde N-emissies te vermijden. M.a.w. een deel van het voedereiwit in het rantsoen wordt vervangen door de nitraatbron.

Het totaal rantsoen tijdens de volgende 155 dagen moet bestaan uit (op droge basis):

Toevoeging van 1% nitraat op het totale rantsoen uitgedrukt in droge stof. Het totale eiwitgehalte van het rantsoen mag niet verhogen door toevoeging van de nitraatbron om verhoogde N-emissies te vermijden. M.a.w. een deel van het voedereiwit in het rantsoen wordt vervangen door de nitraatbron.

Mogelijke neveneffecten

Er wordt aangeraden om de dosis van 1 % op droge stof basis van het totale rantsoen te hanteren om nitrietvorming te vermijden. Om deze reden wordt nitraat via de veevoederleverancier voorzien. Wanneer het product bovenop een bestaand (eiwitrijk) rantsoen gevoerd wordt, is er kans op afwenteling op andere emissies (nl. via mest) door verhoging van het eiwitgehalte van het rantsoen. 

Door de hogere energie-inhoud van geëxtrudeerd lijnzaad verwachten we een positieve impact op de melkproductie.

Aangezien vet een energiebron is, wordt het aangeraden deze maatregel enkel toe te passen aan het begin van de lactatie, de eerste 200 dagen (omwille van de hoge energie-inhoud van het product en de daaraan verbonden risico’s voor vervetting.)

Praktische toepasbaarheid

Verstrekking gebeurt via het krachtvoeder. Het krachtvoeder wordt toegediend aan de diercategorie waarvoor deze maatregel bestemd is, namelijk lacterend melkvee. Het reductiepercentage wordt enkel toegekend aan de dieren die het rantsoen krijgen dat voldoet aan de randvoorwaarden. Bij het toepassen van deze maatregel moet het bedrijf ofwel met productiegroepen werken ofwel vervoederen per dier via de krachtvoerautomaten zodat elk dier het juiste rantsoen doorheen de lactatie krijgt.

Wil je zelf aan de slag met deze maatregel of gebruik je al nitraat of koolzaadvet in het voederrantsoen en wil je weten hoe het binnen jouw rantsoen past? Contacteer dan je voederadviseur of raadpleeg het rantsoenberekeningsprogramma op de website van het Rundveeloket.

Bedrijfseconomische effecten

Dit rantsoen is wellicht duurder maar enerzijds kan de toevoeging van nitraat een deel van de eiwitbronnen binnen het rantsoen vervangen. Ook geëxtrudeerd lijnzaad vervangt andere grondstoffen en heeft dit voeder mogelijks een melkproductie verhogend effect. Hierdoor zal de hogere kostprijs deels worden gecompenseerd.

Monitoring en opvolging van de maatregel

De administratieve monitoring en opvolging van deze maatregel met het oog op de berekening van de impact in de broeikasgasinventaris, gebeurt via de duurzaamheidsmonitor van MilkBE. Aan de hand van facturatiegegevens van het voeder en rantsoenberekeningen zal deze maatregel gemonitord worden. Aanvullend zullen bijkomende steekproeven uitgevoerd worden naar de samenstelling van het voederrantsoen door een geaccrediteerde instelling.

Ecoregeling via verzamelaanvraag

Deze maatregel is onderdeel van de ecoregeling ‘De verstrekking van veevoeder met een methaanreducerend effect bij rundvee door toevoeging van een additief of voedermiddel’ in het kader van het Gemeenschappelijke Landbouwbeleid (GLB). Bij het correct toepassen van de maatregel is er een steunbedrag van 12 eurocent/dier/dag voorzien wanneer de combinatie wordt toegediend en een steunbedrag van 4 eurocent/dier/dag wanneer er enkel nitraat wordt verstrekt (Gemeenschappelijk Landbouwbeleid 2023 - 2027 (diergebonden steun) | Landbouw en Visserij (vlaanderen.be)).

Maatregel 11: Nitraat - Geëxtrudeerd lijnzaad (pdf)