RUNDVEELOKET

transitiekoeienheader

Opvolgen van transitiekoeien in de praktijk

Video: Preventieve aanpak van ketose op basis van een Herd Navigator en BCS-camera

In de opstartperiode van de lactatie kan ketose (slepende melkziekte) bij melkvee tot aanzienlijke verliezen leiden. Door dieren met ketose vroegtijdig op te sporen kan snel ingegrepen worden zodat subklinische ketose niet evolueert tot slepende melkziekte. In deze workshop legt Katleen Geerinckx (Hooibeekhoeve) uit hoe melkkoeien goed opgevolgd kunnen worden in de praktijk. In de Hooibeekhoeve meet de Herd Navigator in de melkrobots de concentratie BHB (beta-hydroxy-boterzuur) in de melk. Hoe deze meetresultaten gebruikt worden om ketose actief te vermijden, leer je in deze video.

Opvolgen van transitiekoeien via het bloed

Inschatten van het risico op ketose via bloedparameters – Project ‘Veerkracht’

Heel wat koeien komen de transitieperiode, van 60 tot 90 dagen rondom kalven, niet optimaal door. Opvolging van deze dieren is echter niet evident. In deze workshop geeft Stijn Heirbaut (UGent) aan hoe melkkoeien in deze periode kunnen opgevolgd worden aan de hand van bloedparameters. Deze ‘transitiecheck’ laat toe de metabole veerkracht van koeien in te schatten. Identificeren van risicodieren laat vervolgens toe preventief te werk te gaan om ketose (slepende melkziekte) te voorkomen.

Opvolgen van transitiekoeien via de melk

Inschatten van risico op ketose via melkparameters – Project “Veerkracht’

In deze video legt Veerle Fievez (UGent) uit hoe de metabole veerkracht van melkkoeien in de transitieperiode kan ingeschat worden aan de hand van melkparameters. De klassieke Melk Productie Registratie (MPR) blijkt hierbij enkele belangrijke tekortkomingen te kennen. Een betere methode is gebaseerd op het meten van bepaalde melkvetzuren. Risicodieren kunnen zo vroegtijdig opgespoord worden, waarna met gerichte acties ketose (slepende melkziekte) kan vermeden worden.

Meer informatie of vragen?

Antwoorden op eerder gestelde vragen

Klik op de vragen om de antwoorden te lezen.

De hoogste ketose-incidentie wordt algemeen waargenomen rond 4 à 5 dagen na kalven. Bij het uitvoeren van een transitiecheck wordt deze periode daarom best bemonsterd om op deze manier problemen zo vroeg mogelijk op te sporen. Belangrijk is echter dat het nemen van één bloedstaal niet zal toelaten om alle ketose-problemen te identificeren, aangezien er ook in de tweede week nog steeds een hoog risico bestaat en nieuwe gevallen zich zullen voordoen. Om dit te vermijden, zouden herhaalde bloedstaalnames nodig zijn gedurende deze periode. Arbeidstechnisch en economisch gezien is dit niet mogelijk. Er bestaan echter wel handheld devices voor BHB-bepaling in het bloed die in de stal gebruikt kunnen worden, waardoor het eenvoudiger zou zijn om periodiek te testen.