RUNDVEELOKET

Algemeen

Handboek Geitenhouderij (Wageningen University and Research - NL, 2000)
Dit handboek is een naslagwerk voor de praktische geitenhouderij, het relevante bedrijfsleven en het onderwijs. Het omvat diverse relevante thema's voor de geitenhouderij: huisvesting, melkwinning en -opslag, mechanisatie, voedergewassen, voeding en voedermiddelen, gezondheid, fokkerij, bedrijfsvoering, biologische geitenhouderij, thuisverwerking, ...

De risico's van snelle groei (Groen Kennisnet - NL, Piet Vellema, oktober 2017)
Een melkgeitenhouder heeft geiten nodig met een goede melkproductie en een lange levensduur. Om zulke geiten te krijgen is een optimale opfok cruciaal. De praktijk streeft in toenemende mate vooral naar snelle groei en dit is niet zonder risico. De geit is een herkauwer en moet dus worden gevoerd als een herkauwer, anders nemen risico’s op uitval toe.

Eeuwig duurmelken bij geiten? (BioKennis, Wim Govaerts en Nick van Eekeren, Louis Bolk Instituut, december 2011)
Duurmelken bij geiten raakt ingeburgerd en wordt steeds meer een integraal onderdeel van het management op biologische geitenhouderijen. Duurmelken voorkomt gezondheidsproblemen door aflammeren en geeft een hogere productie, meer arbeidsrust en minder ongewenste bokjes. Sommige bedrijven willen toewerken naar een strategie van eeuwig duurmelken. In dit BioKennisbericht enkele algemene handvatten voor duurmelken en een verkennende berekening voor een strategie van eeuwig duurmelken.

Geiten éénmaal daags melken (Louis Bolk Instituut, mei 2008)
Het tweemaal daags melken van geiten kost veel tijd. Voor veel kleine zelfkazers is dit soms moeilijk te combineren met het kaasmaken en de verkoop van kaas. In Frankrijk is er om die reden veel onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van het éénmaal daags melken van geiten. Dit rapport is het verslag van een literatuurstudie naar de mogelijkheden en effecten van het éénmaal daags melken.

Lammeren bij de geit: Een inventarisatie van de mogelijkheden (Louis Bolk Instituut, augustus 2006)
Uit de praktijk klinken signalen dat het langer dan een paar uur bij de moeder laten lopen van lammeren een positief effect heeft op de ontwikkeling van het lam, de weerstand van het dier en het imago van de biologische melkgeitenhouderij. In dit rapport staan de ervaringen van geitenhouders die hebben geëxperimenteerd met het houden van lammeren bij de geit gebundeld. Daarnaast is het een verslag van een literatuurstudie naar de voor- en nadelen van het houden van lammeren bij de geit op het gebied van gezondheid, weerstand, arbeid en economie.

Arbeid

Arbeidsbehoefte in de geitenhouderij: bio vs. gangbaar (Louis Bolk Instituut, mei 2008)
Om naar een optimalisatie van de arbeidsproductiviteit te werken is meer inzicht nodig in de huidige arbeidsbehoefte op geitenbedrijven. Hiervoor zijn cijfers uit de praktijk noodzakelijk. Bestra consultancy (onderdeel van Hendrix UTD) heeft via workshops over de arbeidsproductiviteit in de geitenhouderij veel praktijkcijfers gegenereerd. Vanuit het project Biogeit is aan Bestra consultancy gevraagd met deze cijfers de volgende vragen te beantwoorden:

  1. Hoe ligt de arbeidsbehoefte in de geitenhouderij en wat zijn de overeenkomsten en verschillen tussen biologische- en gangbare bedrijven?
  2. Welke maatregelen zijn er te nemen om de arbeidsproductiviteit te optimaliseren en wat is het effect?

Automatisering in dienst van weidegang (Louis Bolk Instituut, november 2009)
De voornaamste reden om gebruik te maken van productiegroepen is het rantsoen. Meerdere productiegroepen gelijktijdig beweiden is echter niet evident. Daarom kiezen veel biologische geitenhouders voor flat feeding. Naast flat feeding is automatisering echter ook een mogelijkheid om het aantal productiegroepen te verminderen.
Dit rapport behandelt de vraag of automatisering een bijdrage kan leveren om geiten gelijktijdig te beweiden.

Economie

Kostprijsberekening biologische geitenmelk: 2010 (Louis Bolk Instituut, oktober 2010)
Voor het bepalen van de kostprijs over de jaren 2007-2009 zijn jaarlijks van acht biologische geitenbedrijven de boekhoudcijfers verzameld. Deze zijn, om de vergelijking goed te kunnen maken, omgerekend per 100 liter geleverde melk gecorrigeerd voor 7% vet en eiwit. De geselecteerde bedrijven hadden een bedrijfsomvang van 344 tot 961melkgeiten en varieerden in grondsoort en regio. Daarnaast werd er jaarlijks een simulatie gemaakt van de consequentie voor de kostprijs voor het volgende jaar wanneer de verwachte prijsevolutie van de productie middelen worden meegerekend. Hierbij werd steeds van dezelfde technische resultaten per geit uitgegaan, tenzij anders vermeld.

Fokkerij

Fokkerij in de bio melkgeitenhouderij: risico op inteelt (Louis Bolk Instituut, februari 2012)
Dit onderzoek is een inventarisatie van de Nederlandse biologische melkgeitenfokkerij met als doel meer inzicht te verschaffen in de praktijk van de biologische geitenfokkerij en een indruk te krijgen van de kans op inteelt in de biologische sector. Door de structuur in de fokkerij inzichtelijk te maken, krijgt men ook inzicht in
de kans op het vóórkomen van inteelt.

De kosten van opfok van een nieuwe, ziektevrije veestapel (Louis Bolk Instituut, maart 2008)
De productiviteit van de veestapel heeft een grote invloed op de kostprijs per liter melk. De gezondheidsstatus van die veestapel is naast genetica een belangrijke factor bij de productiviteit. Drie biologische melkgeitenbedrijven besloten in 2005 en 2006 hun zieke veestapel volledig te vervangen door een nieuw op te fokken kudde. De kosten
van deze wissel van veestapel zijn in dit rapport in beeld gebracht.