RUNDVEELOKET

Minder methaan en meer melk!

Matthieu Frijlink (Rundveeloket), Elisabeth Vandekerckhove / Nico Peiren / Dorien Van Wesemael / Leen Vandaele (ILVO)

De melkveehouderij is een belangrijke producent van methaan. Dit gas ontstaat vooral bij de vertering van het voeder in de pens en is een sterk broeikasgas. Het opwarmend vermogen is 28 maal sterker dan CO2, maar het verdwijnt na 12 jaar uit de atmosfeer. Reductie van de uitstoot ervan heeft dus snel een positief effect op het klimaat. Niet enkel voederstrategieën en –additieven, maar ook het management op het melkveebedrijf kan de uitstoot gevoelig beperken. De bijhorende winst in melkproductie en efficiëntie bieden bovendien ook belangrijke  economische voordelen!

Het ILVO doet al bijna 10 jaar onderzoek naar de methaanuitstoot van rundvee en de mogelijkheden om deze te reduceren. Het meten van de methaanuitstoot gebeurt in gasuitwisselingskamers (GUK’s) en onder praktijkomstandigheden in de onderzoeksstal met GreenFeeds (specifieke meetapparatuur). In het demonstratieproject “Doelgericht verlengen van levensduur melkvee” (Departement Landbouw en Visserij) werd berekend hoe de methaanuitstoot wijzigt als de vaarzen op jongere leeftijd afkalven, de koeien langer meegaan of de productiviteit per koe verhoogt.

Gemiddelde methaanuitstoot

De methaanuitstoot van jongvee en lacterend melkvee wordt in het ILVO nauwkeurig geregistreerd in gasuitwisselingskamers (GUK’s). In deze gesloten meetkamers wordt de klok rond de uitstoot gemeten van individuele dieren. Daarnaast monitort ILVO de methaanuitstoot bij lacterende en droge koeien ook met 2 GreenFeeds in de onderzoeksstal. De koeien worden 4 tot 6 keer per dag naar de GreenFeeds gelokt met krachtvoer. Tijdens elk bezoek wordt de uitstoot van methaan (CH4) en koolstofdioxide (CO2) van de koe gemeten.

De methaanuitstoot van een rund wordt gedreven door de fermentatie van ruwvoer in de pens. Bij deze fermentatie door de pensflora komt waterstofgas (H2) vrij dat met CO2 verder wordt omgezet tot methaan. Tijdens de eerste levensmaanden van het rund is de uitstoot nog beperkt aangezien er nog niet veel ruwvoer opgenomen en verteerd wordt. Een kalf van 4 maanden stoot gemiddeld 35 g methaan per dag uit. Op een leeftijd van 18 maanden is de uitstoot al 237 g per dag. Op basis van de gemeten emissies wordt de totale uitstoot voor een vaars van 0 tot 26 maand geschat op 133 kg methaan. Eens in lactatie neemt de voeropname sterk toe en verhoogt het pensmetabolisme. Dit resulteert in een hogere methaanuitstoot. Bij een productie van 27 kg melk per dag wordt gemiddeld 450 g methaan per dag uitgestoten. Voor droogstaande koeien valt de uitstoot terug tot 350 g per dag.

Jonger afkalven

De uitstoot van methaan neemt sterk toe naarmate een vaars ouder wordt. Afkalven op een jongere leeftijd levert dus een gevoelige reductie op van de totale uitstoot tijdens de opfok. Een verlaging van de afkalfleeftijd van 26 naar 24 maanden komt overeen met een reductie van de methaanuitstoot met ca. 13 % per afgekalfde vaars. Als de afkalfleeftijd zou vervroegen van 28 naar 22 maanden vermindert de uitstoot van methaan zelfs met 33 % per vaars.

Op een bedrijf met 80 stuks jongvee per 100 melkkoeien levert de verlaging van de afkalfleeftijd van 26 tot 24 maand 3,1 % reductie van de totale methaanuitstoot voor een veestapel met een productie van gemiddeld 27 kg melk per dag (Figuur 1). Verlaagt de afkalfleeftijd in dezelfde omstandigheden van 28 naar 22 maanden, dan wordt de totale methaanuitstoot zelfs met 8,8 % gereduceerd.

Bovendien is het ook economisch interessant de afkalfleeftijd te vervroegen omdat de beschikbare productiefactoren (arbeid, grond, kapitaal en management) efficiënter kunnen worden ingezet. Volgens de Jonkos-tool (Verantwoorde Veehouderij) betekent de verlaging van de afkalfleeftijd van 26 tot 24 maand een besparing van 124 € per afgekalfde vaars (exclusief arbeid).

Meer melk

Naarmate een koe productiever is (hogere melkproductie per dag), neemt ze ook meer voer op. Deze hogere voeropname leidt tot een hogere uitstoot van methaan. Toch is deze evolutie interessant. De efficiëntie van de melkproductie verbetert immers waardoor de methaanuitstoot per kg geproduceerde melk verlaagt. Dit werd ook door internationale onderzoeken bevestigd. Als de productiviteit per koe toeneemt met 3 kg melk van 27 tot 30 kg melk per dag, stijgt de totale methaanuitstoot per koe met gemiddeld 3 %. Toch is deze productieverhoging positief want de uitstoot per kg melk verlaagt met 8,4 % (figuur 1).

Een verhoging van de productiviteit betekent vaak ook een belangrijke verhoging van de rendabiliteit. Als het voer efficiënter wordt omgezet in melk vergroot de marge voor de melkveehouder.

Minder jongvee

Jaarlijks minder melkkoeien vervangen heeft een positief effect op verschillende aspecten van de bedrijfsvoering. Zo is er bijvoorbeeld minder jongvee nodig. Hierdoor komt grond en arbeid beschikbaar om elders in te zetten en wordt de methaanuitstoot door jongvee op het bedrijf verlaagd. Als het gemiddeld vervangingspercentage kan teruggedrongen worden van 30 naar 25 % kan de jongveestapel afgebouwd worden van 80 tot 67 %. Als we rekening houden met 5 % jaarlijkse uitval en enige marge, blijft nog steeds voldoende jongvee over om de reforme melkkoeien te vervangen. De reductie van de methaanuitstoot die zo gerealiseerd kan worden bedraagt 3,6 % per kg melk voor het hele bedrijf.

Oudere koeien

In de praktijk werken veel melkveehouders aan een verhoogde langleefbaarheid van hun melkveestapel. Dit resulteert in de combinatie van beide bovenstaande scenario’s. Oudere koeien geven immers gemiddeld meer en efficiënter melk en door de lagere vervanging kan het bedrijf met minder jongvee rondkomen. Als we 5 % minder vervangen en de productie per koe stijgt hierbij met 3 kg per koe per dag, dan kunnen we de methaanuitstoot van de veestapel heel wat verlagen. Een overzicht van de wijzigende parameters zien we in Tabel 1. De uiteindelijke reductie van de methaanuitstoot bedraagt 1,5 % voor de totale veestapel. Houden we rekening met de stijging van de productiviteit met 11,1 % komen we op een verlaging van de methaanuitstoot met 11,7% per kg melk (Figuur 1). Dit is een duidelijke verbetering op ecologisch vlak die bovendien ook op economisch vlak positief is!

Conclusie

De verschillende doorgerekende scenario’s illustreren duidelijk dat er door combinatie van meerdere technieken en strategieën kan gewerkt worden aan een reductie van de methaanuitstoot bij de productie van melk. Een meevaller is dat heel wat ingrepen ook op economisch vlak een positief effect hebben. Voor een wakkere melkveehouder levert werken aan een milieuvriendelijke productie dus ook nog aardig wat geld op!

Figuur 1

Figuur 1. Procentuele methaanuitstoot per kg melk in verschillende scenario’s

 

Figuur 2

Tabel 1. Methaanuitstoot bij langere leefbaarheid en hogere productie